St.-Bavo - Boechout

– Volgens een oorkonde van 21 januari 974 schonk Keizer Otto II van Duitsland op aanvraag van de monniken van de St. Baafsabdij in Gent, de hun ontnomen bezittingen terug. In een geschrift van 976 wordt bevestigd dat het gaat om een kerk en aanhorigheden te Boechout.

Vandaar de oorsprong van de patroonheilige Bavo.

Tijdens een archeologisch onderzoek in 2006 naar aanleiding van uitgravingen voor een nieuw verwarmingskanaal, werden graven en menselijke resten evenals de samenstelling van de gesteenten onderzocht. Het besluit luidt: “vast staat dat te Boechout in de 9de – 10de eeuw een naar alle waarschijnlijkheid driebeukig, monumentaal Ottoons kerkgebouw met koor en westtoren opgericht was boven een ouder grafveld waarboven, misschien in een eerdere periode (8ste – 9ste eeuw), een houten kerkje als eerste bidplaats diende” .

 

– In de Antwerpse Schepenbrief van 16.8.1431 is er sprake van de bouw van de toren en deze van 23.2.1433 betreft het leveren van in Boom goed gebakken stenen voor de kerk. Werden ze gebruikt voor de gotische gewelven van het huidig koor zoals te merken is op de zoldering?

Kenmerken van laat gotiek zijn ook te vinden in het profiel van de gewelfribben en de cilindervormige pilaren met krulkoolpatronen, alsook in het vlammenmotief van het stenen maaswerk van de ramen.

 

– In 1542 is de kerk het doelwit geworden van plunderende en brandstichtende benden van de beruchte Maarten Van Rossem en omstreeks 1583 werden verwoestingen aangebracht door “de Staatsen”.

Een bierbelasting zou gedurende decennia het herstel financieren.

 

– In de 17de eeuw werd de dwarsbeuk in baksteen met speklagen aangebouwd tegen het koor van witte steen. In die periode werd ook het schip opgetrokken.

In die tijdspanne werd de St. Baafsabdij van Gent, tenzij in gevallen van heerkracht, ontlast van alle onderhoud en herstellingen aan de kerk van Boechout.

 

– Het KB van 21.5.1841 gaf toelating tot vergroting van de kerk. Met respect voor de gotische stijl werden twee zijbeuken aangebouwd aan het transept. De nieuwe zijmuren werden opgedeeld in vijf traversen.

In de periode van 1860 – 1862 kreeg het hoogkoor drie glasramen met voorstellingen uit het leven van Kardinaal Sterckx, pastoor te Boechout 1821 – 1824. Glazenier J. F. Pluys werkte naar het ontwerp van E. Dujardin. Van hen zijn ook 4 ramen aangebracht in de tijdspanne 1864 – 1865. Een daarvan stelt de H. Bavo, H. Franciscus van Assisi en Maria Magdalena voor. Dit raam is bewaard gebleven. Drie andere zijn vernield tijdens W. O. II. In 1959 zijn zij vervangen door brandglasramen van glazenier J. Van den Broeck van Antwerpen naar ontwerp van kunstschilder J. Van Ael. Ze beelden momenten uit het leven van Franciscus van Assisi en van Johannes de Doper uit.

 

– Tengevolge van een verdere toename van de bevolking, drong zich een nieuwe uitbreiding van de kerk op tegen het einde van de 19de eeuw.

In 1897 werd de kerk grotendeels gesloopt. De nieuwbouw kreeg goedkeuring van de Provinciale architect Lodewijk Gife. De westertoren, 51 meter hoog werd opgetrokken in baksteen met speklagen in witte steen uit Morley. Het interieur bestond uit basiliek met spitsbogen op zuilen met polygonale sokkel en bladwerkkapiteel naar Brabants patroon.

De zijbeuken werden uitgewerkt als kapellen met kruisribgewelven.

De nieuwe bevloeering bestond uit zwart Dinants marmer en witte “Blanc Clair”.

Sommige zaken uit de vroegere kerk konden opnieuw worden gebruikt. Zoals de grote eiken toegangsdeur, versierd met ijzeren siernagels, het Heilig Bavobeeldje gedateerd 1652, op sokkel aangebracht op de makelaar.

Ook de grote binnendeur en de balustrade van het vroeger doksaal, kon opnieuw worden gebruikt. De werken waren voltooid in 1898.

 

De beschreven bouwwerken brachten de verplaatsing of verwijdering van grafstenen van belangrijke personen met zich mee.

 

De St. Bavokerk is een geklasseerd monument.

Het K.B. van 30.5.1936 had betrekking op het hoogkoor en dat van 11.6.1976 op de dwarsbeuk. Bij besluit van 5.7.1996 klasseerde de Vlaamse Minister van Cultuur, Luc Martens, de ganse kerk.

 

B. Heylen-Kiebooms