O.L.V.-Onbevlekt Ontvangen - Kontich-Kazerne
Historiek
Historiek
Het is een hele geschiedenis. Dat de paters Montfortanen op 7 september 1930 hun intrek namen in een gebouw aan de Dorre Eikstraat (toen nr. 44), was de hartenwens van de toenmalige deken, kanunnik Broeckx van Kontich. Hij had toen al vele stappen gedaan in het bisdom om een priester te krijgen die zou kunnen instaan voor de wijk Kontich-Kazerne, een gebied dat geen al te beste reputatie genoot in de omgeving.
Dat was vooral te wijten aan het feit dat, tot voor de oorlog van 1914-1918, verschillende regimenten van het Belgische leger gekazerneerd waren in de gebouwen aan het station. Na die oorlog diende het complex als opslagplaats van oorlogsmateriaal, klederen, enz. Toch verminderde de slechte reputatie niet en in de Kontichse volksmond sprak men vaak over de “verwilderde wijk”.
Maar deken Broeckx zou daar wat aan veranderen. Bij huisbezoeken had hij vastgesteld dat verschillende boerenmensen een half uur te voet aflegden door velden en weiden om ’s zondags ergens naar de kerk te gaan.
Hij heeft dan ook verkregen dat er mede dankzij de zusters van Vorselaar, een kapel en schoollokalen werden gebouwd op de plaats aan de Hoge Akker waar zich nu de St.-Montfortschool bevindt.
Op 4 december 1927 werd E.H. Van Dijck, leraar aan de Katholieke Normaalschool van Antwerpen, bereid gevonden om elke zondag in die kapel mis te lezen. Onder zijn impuls werden verschillende verenigingen opgericht en kwam er een klein koortje dat even later in de blinde organist Sooike Cannaerts een ideale animator vond. Maar deken Broeckx was met deze situatie niet tevreden. Er moest en zou een nieuwe parochie komen.
Begin 1930 was pater Féron, een Montfortaan, toevallig op bezoek. Hij was ook astmalijder, zoals mijnheer de deken. Deze bracht zijn probleem ter sprake en heel vlug was het proces op gang gebracht. In de archieven van de paters Montfortanen lezen we: “De algemene raad van de s.m.m. (Latijnse afkorting van de paters Montfortanen) keurde de overeenkomst met bisdom en deken goed”. Grote vreugde uiteraard bij deken Broeckx want zijn wens trad in vervulling.
De openbare kapel werd aan de paters afgestaan en er zou een missionarishuis komen met een eigen openbare kapel.
7 September 1930 was dan de grote dag. Pater-overste Bovens, pater Kamoen en broeder Gondulphus werden plechtig afgehaald aan het station. Heel Kontich-Kazerne was op de been en in feeststemming. De 600 mensen die er toen slechts woonden, waren vereerd met de “bevordering” van de wijk.
Aanvankelijk gingen de paters wonen in een huis aan de Dorre Eikstraat. Lang kon de openbare kapel aan de Hoge Akker niet meer dienst doen. De wijk breidde zich uit en zoals de paters zich hadden voorgenomen zou er een missionarishuis en een nieuwe kapel gebouwd worden. Het rectoraat Kontich-Kazerne, zoals het toen genoemd werd, was intussen uitgebreid met enkele straten van Lint, over de spoorweg Antwerpen-Mechelen, die nu nog tot de parochie behoren. De plannen van de kapel werden goedgekeurd op 14 juli 1932 en de aannemer was Jacques Van der Velde uit Lier.
Op 9 april 1933 werd de nieuwe kerk ingezegend en de klok geluid die gratis geschonken was door de pastoor van Veldwezelt (Limburg).
Op 26 mei werd een nieuwe patronaatszaal (huidige jongenschirolokalen aan de Holle Weg) en openbare bibliotheek ingehuldigd en tegelijk ook het kapelletje aan de Meylweg.
Ook 1947 was een belangrijk jaar met de heiligverklaring van Montfort, de stichter van de paters Montfortanen. Het ging gepaard met grote feestelijkheden in en rond het klooster en de kerk.
De eerste steenlegging van de jongensschool vond plaats in 1948. Pater Debruyne die toen overste was zou zelf de bouwmeester zijn. AIs helper had hij pater Gaspard Klerkx. Later werd de jongensschool overgegeven aan de Broeders van St.-Gabriël te Boechout. Nog later fuseerden de meisjes- en de jongensschool tot de huidige gemengde St.-Montfortschool die hoort bij de scholengemeenschap van de zusters van Vorselaar.
Op 1 maart 1952 werd Kontich-Kazerne een kapelanij. Tot dan moesten alle doopsels, huwelijken en begrafenissen in Kontich-centrum of in Lint gebeuren. Pas in 1966, onder impuls van pater Klerkx, die toen kapelaan was en op aandringen van het bisdom bij de paters, werd Kontich-Kazerne een volwaardige parochie.
Pater Klerkx was dan ook de eerste pastoor van Kontich- Kazerne.
In 1954 werd de oude klok van Veldwezelt gesmolten en kwamen er twee nieuwe klokken, die plechtig gewijd waren door Mgr. Schoenmaekers, hulpbisschop van Mechelen. In de jaren 1963-1964 rijzen de meisjeschirolokalen uit de grond.
1971 was ook weer een belangrijk bouwjaar omdat toen het ontmoetingscentrum Pronkenborg gebouwd werd vanuit de dringende nood aan een infrastructuur voor de parochiale verenigingen. De laatste 50 jaar vervijfvoudigde de bevolking tot meer dan 5.200 inwoners. In die tijd werd de zogenaamde “verwilderde wijk” een centrum met een eigen kleur, waar veel gegroeid en opgebouwd is, waar nog steeds veel leeft en waar gewerkt wordt aan de toekomst.
Wij kunnen alleen maar dankbaar zijn voor wat de paters en de vorige generaties hier tot stand gebracht hebben.
We hopen dat er in Kontich-Kazerne altijd mensen zullen blijven die mee willen verder bouwen aan een echte gemeenschap op mensenmaat!
Phil Bosmans
Phil Bosmans (Gruitrode, 1 juli 1922 –Mortsel, 17 januari 2012)
Biografie
Bosmans werd geboren in het Limburgse Gruitrode op 1 juli 1922. Zijn vader was een kleine boer. Het gezin telde vier kinderen. Toen hij zestien was verhuisde de familie naar Genk. Hij bracht een groot deel van zijn jeugd door in de onmiddellijke omgeving van de mijnen en de mijnwerkers. In 1941 trad hij in Rotselaar in bij de paters Montfortanen. Hij bleef er tot het einde van de oorlog. In 1945 trok hij naar Oirschot in Nederland waar hij op 7 maart 1948 priester werd gewijd.
In 1954 stortte Phil Bosmans in. Twee jaar lang kon hij amper iets doen. Zijn oversten wilden hem niet belasten en gaven hem veel vrije tijd. Zo kon hij ingaan op het verzoek van pater Loop om de Bond zonder Naam in Vlaanderen te helpen uitbouwen. Vanaf 1957 legde Bosmans zich volledig toe op de realisatie ervan.
Uitgeverij Lannoo kwam met de idee honderd telefoonboodschappen die hij geschreven had, te bundelen tot het boek ‘Menslief, ik hou van je’. Het verscheen in1972. Het werd het meest verkochte boek inVlaanderen. En toen heel tv-kijkend Nederland tijdens een show met Mies Bouman ter gelegenheid van een jubileum van Koningin Juliana zag hoe iemand dit werkje aan de koningin cadeau gaf, werd het de grootste bestseller in de geschiedenis van deze uitgeverij. In Vlaanderen en Nederland werden er 800.000 exemplaren verkocht en in Duitsland twee miljoen. Het boek is zelfs vertaald naar het Esperanto. In totaal werden zijn werken vertaald in 26 talen. Over de hele wereld werden ongeveer 10 miljoen exemplaren verkocht van zijn boeken.
In 1968 en 1991 ontving Phil Bosmans de Visser Neerlandiaprijs. In datzelfde jaar mocht hij ook de prijs van de Vlaamse Gemeenschap in ontvangst nemen.
Tot 1991 was Phil Bosmans voorzitter en afgevaardigd beheerder van de Bond zonder Naam. Op 1 juli 1991 werd hij officieel opgevolgd door de Scheutist Frans Van Oudenhove.
In december 1994 kreeg Phil Bosmans een zwaar verkeersongeval. Enkele maanden later werd hij bovendien nog getroffen door een herseninfarct. Sinds de beroerte was pater Bosmans gehandicapt. Zijn rechterarm en -been waren verlamd. Bosmans woonde in Kontich-Kazerne, waar hij rustig van het leven trachtte te genieten. Op 17 januari 2012 stierf Bosmans in een ziekenhuis te Mortsel.
In augustus 2012 werd in Gruitrode het Royerplein omgedoopt tot het Phil Bosmansplein. Het monument zelf is van de hand van Jo Klaps.