Datum

28 mrt 2024
Verlopen!

Tijd

15:00

15.00u. Eucharistieviering op de 8ste van de 15 donderdagen van de H. Rita

Donderdag 28 maart

15.00u. Eucharistieviering op de 8ste van de 15 donderdagen van de H. Rita

De dood van haar kinderen

Tijdens de 15 donderdagen, voorafgaand op 22 mei, de feestdag van de H. Rita, Patrones van de moeilijke en hopeloze zaken, wordt telkens in de eucharistieviering van 15.00 u. een  fragment uit het leven van de H. Rita toegelicht.

Met droefheid en smart, met vragen en twijfels zal de H. Rita bij haar gestorven jongens hebben gestaan. Voor de tweede keer in haar leven wordt ze door een ontzaglijke pijn getroffen. Wellicht waren haar twee jongens geveld door de vreselijke ziekte van die tijd, de pest.

Ik denk dat ze net als wij zal geworsteld hebben met de vraag:” Waarom moesten zij zo jong heengaan?”

Nochtans had zij vurig gebeden dat ze liever zou zien dat haar kinderen zouden sterven dan wraak te nemen op de moordenaars van hun vader, maar toch, haar moederhart was vol van droefheid. Haar zonen hadden nog zo graag geleefd en zich ontplooid. Waarom? Kon het nu echt niet anders? Was de bekering van hun hart niet voldoende, was dit de enige uitweg?

Wij mensen mogen deze vraag stellen. Wij hoeven de dood zomaar niet te aanvaarden. Ook Jezus heeft aan zijn kruis dit waarom tot zijn Vader geroepen. Maar wij moeten dan toch wel weten dat wij op dit waarom aan deze kant van het leven nooit een antwoord krijgen. Alleen als God ons thuisbrengt uit deze ballingschap dan zal Hij zelf het antwoord zijn. Want God wil niet dat mensen sterven. Jezus heeft geweend bij de dood van Lazarus. Maar door zijn sterven heeft Hij de macht ontvangen om onvergankelijk leven te schenken aan alle mensen. God neemt het leven niet van ons af. Hij maakt het nieuw. Wij hoeven ons verdriet niet te verbergen, wij hoeven ons niet te schamen over onze tranen. Dat heeft de H. Rita toen wellicht ook niet gedaan, integendeel.

Treuren is niet hetzelfde als blinde vertwijfeling of opgekropte woede. Wie echt treurt heeft nog altijd grond onder de voeten, hij ziet verder dan het ogenblik en geeft de hoop niet op. Wij christenen treuren ook, evenveel als de anderen, maar treuren niet als mensen zonder hoop. Dat had ook de H. Rita begrepen vanuit haar verrijzenisgeloof.

Ook als de smart van de scheiding blijft, zo blijft toch bij ons, christenen, de hoop, dat deze dood niet het einde is. Heel voorzichtig en aarzelend zouden we mogen zeggen: je bent niet dood, de Heer heeft je geroepen om bij Hem te wonen in zijn huis van liefde en vrede. Je hoeft geen vrede en rust meer te zoeken. Je hebt ze nu, want je bent veilig thuis. Je bent niet dood, je mag voor eeuwig leven, Je bent verlost van onvolkomenheid van pijn en verdriet, van ziekte en lijden. God zal je een onbegrensd geluk geven, in onbegrensde tijd. Je bent niet dood, maar ach we zullen je missen, zoals een mens zijn veelgeliefde mist. En de jaren van ons samenzijn. met zijn pijn en zijn geluk zijn niet meer uit te wissen. Heel voorzichtig en aarzelend zouden we mogen zeggen, zoals alleen een gelovig mens het zeggen kan: “God heeft zich niet vergist.”

Maar dit sterven bevat ook een boodschap voor ons leven. Wij hebben het niet in handen, het is ons alleen toevertrouwd als een opdracht. Wees voorzichtig met het leven, het is zo broos, wees lief in dit leven, want het is zo kort. Wees gelovig in dit leven, het is zo onherroepelijk… Verslaap je leven niet, blijf onderweg naar God. Daarvan was de H. Rita zich heel goed bewust en dat heeft haar zeker aangespoord om Augustines te worden in het klooster te Cascia en alles te verlaten wat deze vergankelijke wereld zo aanlokkelijk aanbiedt. Vanuit haar lijden is zij net als Maria een moeder van smarten geworden en een troost en houvast voor zovele ouders in onze wereld die een kind moeten afgeven. Zij het door ziekte of ongeval, door geweld of oorlog. In al die omstandigheden blijft zij voor ons een voorbeeld van zachte moed en doorzetting.

Een sterke vrouw om naar op te kijken.